Aan het woord: Meta Schoenmaker

31-10-2023

VOTA bestaat precies vier jaar. VOTA is veelal bekend van de vacaturebank en veel medewerkers hebben wel eens gebruik gemaakt van een vitaliteitstraining- of coaching of loopbaancoaching. VOTA helpt namelijk scholen en onderwijspersoneel in Twente en de Achterhoek vooruit. VOTA biedt de scholen praktische manieren om de aanpak van het lerarentekort, leerlingdaling het hoofd te bieden. Bijvoorbeeld op het gebied van personeelsplanning, vitaliteit, professionalisering en werving van zij-instromers. Maar wie is VOTA eigenlijk en wie werken er allemaal ‘achter de schermen’ voor VOTA?

Meta Schoenmaker is de interne projectleider van VOTA. Zij werkt als hoofd HR voor de stichting Portuur, waar de scholen Staring College, Assink lyceum en het ISK onder vallen. Meta is daar verantwoordelijk voor het beleid van in- door en uitstroom van medewerkers tot en met salarisadministratie. We stellen haar een aantal vragen!

Meta SchoenmakerWat is jouw rol binnen VOTA?

VOTA is een samenwerkingsverband tussen 10 schoolbesturen, een school voor VSO en het ROC van Twente en wordt vertegenwoordigd door de bestuurders van de deelnemende scholen/besturen. Een projectgroep met P&O/HR-medewerkers bereidt het beleid voor op het gebied van onderwijsarbeidsmarkt. Ik vertegenwoordiger deze HR-groep bij de bestuurders en bij overkoepelende activiteiten. Het projectleiderschap deel ik met Koen en Fred, zij werken bij een extern bureau PentaRho. Portuur is penvoerder voor VOTA.

Wat heeft VOTA jou opgeleverd?

Door VOTA kunnen wij als Portuur een bijdrage leveren aan het beïnvloeden van de arbeidsmarkt, dit zouden we als bestuur alleen niet kunnen. Voorbeelden hiervan zijn het opzetten van een vacaturebank waar vrijwel alle VO-vacatures in de regio in te vinden zijn, het samen aantrekken en opleiden van zij-instromers, het structureel aanbieden van vitaliteitstrajecten en professionaliseringsactiviteiten om de kwaliteit en brede inzetbaarheid van medewerkers te beïnvloeden en medewerkers tegemoet te komen in hun ontwikkelwensen. Door samen te werken en te profiteren van subsidie, zijn bovendien de kosten verlaagd!

Wat zie je graag in de toekomst nog opgepakt worden door VOTA?

In onze regio hebben we enerzijds te maken met een lerarentekort en anderzijds hebben we te maken met een afname van werkgelegenheid. Onze scholen worden kleiner, omdat er minder kinderen worden geboren en binnen het voortgezet onderwijs wordt er gewerkt met vakbevoegdheden. Om het concreet te verwoorden: een leraar Frans kan niet zomaar lessen wiskunde gaan geven. Ofwel: we kunnen vacatures niet goed vervullen op de korte termijn én er zijn te weinig mensen met een onderwijsbevoegdheid in onze regio.

Wat eigenlijk nodig is, is dat we mensen kunnen binden en boeien en onbepaalde tijd contracten kunnen geven, maar daarvoor moet er ook ruimte zijn op lange termijn. Wetgeving en de cao-vo is daar niet tegen bestand. En onze collega’s eigenlijk ook niet, want je voelt je toch verbonden met je eigen school waar je graag wil blijven. Door de krimp kan dat niet altijd. Samen met landelijke initiatieven en de denkkracht vanuit de scholen willen we binnen VOTA hier nieuwe manieren voor bedenken. Manieren waardoor we als onderwijswerkgevers aantrekkelijk blijven, voldoende personeel hebben en dat medewerkers wat te kiezen hebben waar ze zelf het best passen. Dat maakt echt het verschil voor de kwaliteit van het onderwijs.

Welke ontwikkelingen spelen er nog meer?

Het ministerie van OC&W wil komen tot een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s voor onderwijsarbeidsmarkt, begeleiden en opleiden. VOTA is samen met de partnerschappen voor opleiden: AOSON, Partnerschap 2 en Pilots als voorlopersregio gestart. Hierin zijn ook opleidingsinstituten van de lerarenopleidingen vertegenwoordigd en een vakbond. Vanaf 2025 zijn alle partnerschappen en besturen verplicht samen te werken in een landelijk dekkend netwerk van onderwijsregio’s. Door het ontstaan van de onderwijsregio worden de krachten nog meer gebundeld en activiteiten samen opgepakt om het doel voor de regio te bereiken: zorgen voor voldoende leraren, schoolleiders en onderwijsondersteunend personeel die werken in het onderwijs, goed opgeleid zijn, hun vak bijhouden en zich verder kunnen ontwikkelen.