Hoe ervaren begeleiders de begeleiding van een zij-instromer in de praktijk? We gingen in gesprek met Marlies en Jeroen, beiden werkzaam bij Stichting Portuur, over hun rol als begeleider, de kwaliteiten die zij-instromers meebrengen én de uitdagingen die erbij komen kijken. Hun ervaringen en tips geven een waardevol inkijkje in dit proces.
Jeroen: Als begeleider ben ik er om zij-instromers te ondersteunen in de ontwikkeling als leraar. Dat doe ik onder andere door samen te reflecteren op lessen, feedback te geven en mee te denken over lesvoorbereiding en klasmanagement. We hebben regelmatig gesprekken waarin we samen terugblikken op wat goed ging en wat beter kan. Ik bied ook ondersteuning bij het omgaan met verschillende klassen en groepsdynamiek. Het doel is om zij-intsromers te helpen groeien in haar rol, zodat ze zich zelfverzekerd voelt in de klas en zich verder ontwikkelt als onderwijsprofessional.
Marlies: Een zij-instromer brengt verschillende waardevolle kwaliteiten mee naar het onderwijs, die vaak voortkomen uit hun eerdere ervaringen en carrière buiten het onderwijs. Ze hebben vaak werkervaring in andere sectoren. Op die manier kunnen zij hun vakkennis en inzichten delen met leerlingen. Dit kan de lessen interessant en concreter maken. Tevens hebben zij vaak een netwerk opgebouwd, die ook in het onderwijs van pas kan komen, bijvoorbeeld door met de klas een bedrijf te bezoeken om de lesinhoud levendig en betekenisvol te maken. Juist omdat zij-instromers uit andere werkvelden komen, brengen ze vaak nieuwe frisse ideeën mee. Omdat zij-instromers vaak wat ouder zijn en al een aantal jaren werkervaring kunnen ze vaak goed inspelen op de behoefte van leerlingen.
Jeroen: Een van de grootste uitdagingen is dat zij-instromers het onderwijsvak vaak vanaf nul leren. Ze moeten niet alleen het lesgeven onder de knie krijgen, maar ook leren omgaan met groepsdynamiek, orde houden en inspelen op verschillende leerbehoeften. Dat vraagt veel van iemand. Ik help hen door structuur aan te brengen, door praktische tips te geven voor in de klas, en door er te zijn als klankbord. Ik moedig ze aan om stap voor stap te groeien, fouten te durven maken, en vooral te blijven leren.
Jeroen: Het is bijzonder om het proces van dichtbij mee te maken: iemand die vol enthousiasme instapt, onzeker is over de eerste stappen, maar dan groeit en steeds zekerder voor de klas staat. Je ziet hoe hun achtergrond en persoonlijkheid vorm krijgen in het lesgeven. Die ontwikkeling begeleiden en ondersteunen, vind ik inspirerend.
Jeroen: Wees vooral geduldig en open. Iedere zij-instromer heeft zijn of haar eigen leerpad. Neem de tijd om te luisteren, stel vragen en probeer echt aan te sluiten bij hun leerbehoeften. Geef concrete handvatten, maar bied ook ruimte om zelf te ontdekken. En: vier successen, hoe klein ook. Dat geeft vertrouwen.
Marlies: Door het uitgebreide oriëntatietraject helpt VOTA de zij-instromer zich goed op het onderwijs te oriënteren. Dit helpt ons ook als school, want zo weten wij als school of de zij-instromer geschikt is en welke begeleiding er nodig is om de overstap naar het onderwijs te laten slagen en de onderwijsbevoegdheid te halen. VOTA organiseert, naast het intakegesprek en de cursus 'onderwijszin' in afstemming met ons een meeloopdag voor de zij-instromer. Hierdoor kom je erachter of het beroep van docent bij jou past en of je een klik hebt met de doelgroep. Je loopt mee met verschillende docenten van het vak dat jouw interesse heeft en kijkt bij verschillende niveaus en leerlagen. Je kunt tijdens de meeloopdag in gesprek met docenten die het vak geven, met de schoolopleider over de begeleiding op school en natuurlijk ook met leerlingen. Hierdoor krijg jij een compleet en realistisch beeld van het beroep van docent en de opleidingsmogelijkheden die er voor jou zijn.
Marlies: Denk goed na over waarom je het onderwijs in wilt. Wil je bijdragen aan de ontwikkeling van jongeren? Vind je het leuk om met jongeren te werken? Heb je passie voor een bepaald vakgebied? Het is belangrijk om te begrijpen wat je drijft, want het onderwijs kan zowel uitdagend als ook ontzettend bevredigend zijn.
Ga meelopen op verschillende scholen: de ene school is de andere niet. Loop met verschillende niveaus/leerlagen en ook met verschillende docenten mee. Ga observeren, proef de sfeer van de school, stel jezelf de vraag of je je thuis voelt en of je jezelf ook voor de klas ziet staan.
Wees je ervan bewust dat het onderwijs intens kan zijn. Naast het lesgeven zijn er veel (administratieve) taken die je moet doen. Verkijk je vooral niet op de vakanties. Vooral in het begin van je carrière (de eerste jaren) in het onderwijs ben je vaak in de avonduren en weekenden bezig. De vakanties zul je nodig hebben om op te laden en vaak ook om nog dingen af te maken en voor te bereiden. Leerlingen merken jouw enthousiasme. Als jij plezier hebt in je vak, merken leerlingen dat meteen.
Wil jij ook de overstap maken naar het onderwijs? Kijk hier voor meer info!